TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

Denken over staat en onderdaan

Verlichte denkers zagen mensen niet langer als onderdanen van een koning, maar als burgers die allemaal gelijke rechten hebben. Volgens hen moest de macht niet van God komen, maar van het volk. De Engelse filosoof John Locke vond zelfs dat burgers het recht hadden om de regering weg te sturen als die zijn macht misbruikte.

In Frankrijk vond Voltaire dat mensen vrij moesten zijn om hun eigen geloof te kiezen. Hij vond dat niemand zeker kon weten welk geloof het juiste was, en daarom moesten kerk en staat gescheiden zijn. Montesquieu was bang dat te veel macht bij één persoon of groep kon leiden tot misbruik. Daarom bedacht hij dat de macht verdeeld moest worden in drie onderdelen, namelijk de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Jean-Jacques Rousseau vond dat iedereen gelijke rechten moest hebben. De Schotse denker Adam Smith richtte zich meer op de economie. Hij geloofde dat economische vrijheid zou zorgen voor een betere welvaart.

Deze ideeën hadden ook invloed in Nederland. Rond 1780 ontstond de patriottenbeweging, door deze beweging wilden ze meer recht in de democratie. Joan Derk van der Capellen tot den Pol, een van de leiders. Hij vond dat alle mensen gelijk geboren zijn en dus ook gelijke kansen moeten krijgen.

Déclaration des Droits de l'Homme et du Citoyen (1789)
Déclaration des Droits de l'Homme et du Citoyen (1789)

Rechten en revoluties 

In 1786 begon er in Nederland een democratische revolutie. Gewapende patriotten namen toen de macht over in Utrecht en later ook in andere steden. Maar in 1787 werd de opstand hard neergeslagen. De koning van Pruisen stuurde een leger en herstelde het oude bestuur, namelijk het ancien régime, in de Republiek.

Ondertussen gebeurde er in Frankrijk iets groters. In 1789 maakten de Franse revolutionairen een eind aan de absolute macht van de koning. Ze richtten een Nationale Vergadering op en op 26 augustus namen ze de Déclaration des Droits de l'Homme et du Citoyen aan, oftewel de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger. Deze verklaring bestond uit 17 artikelen waarin duidelijk te zien is dat de ideeën van de Verlichting invloed hadden gehad. Zo ging het bijvoorbeeld over vrijheid van meningsuiting (zoals Voltaire dat wilde), het onschendbare recht op bezit (zoals Adam Smith belangrijk vond) en de scheiding van de machten (volgens Montesquieu nodig om machtsmisbruik te voorkomen).

In 1795 kwamen de Nederlandse patriotten terug, samen met het Franse leger. Ze riepen de Bataafse Republiek uit. Ze namen net als de Fransen ook een verklaring aan, die veel op die van Frankrijk leek. Alleen stond er in de Nederlandse versie heel duidelijk in dat er vrijheid van godsdienst moest zijn.

De rechten van burgers werden vastgelegd in de Staatsregeling van het Bataafse Volk. Die werd in 1798 goedgekeurd door de gekozen Nationale Vergadering. Volgens deze eerste Nederlandse grondwet mochten burgers stemmen op vertegenwoordigers of zichzelf verkiesbaar stellen voor het parlement. Ook maakte deze grondwet van Nederland voor het eerst een eenheidsstaat. In 1805 schafte Napoleon de democratische grondwet weer af, maar Nederland bleef wel een eenheidsstaat.



Liever kijken dan lezen? Zie hier rechts de uitleg video van MeneerdeWee, om het extra onder de knie te krijgen! 


Begrippen:

Onschendbaar: onaantastbaar

Geschiedenis werkplaats 2025
havo 4
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin