TIJD VAN STEDEN EN STATEN
Recht van de waterschappen

Het gebied Holland en
Utrecht was eerst vrijwel onbewoond, maar in de opkomende eeuwen gingen boeren
de grond ontginnen. Ze groeven kanalen en sloten om het water weg te laten
lopen en de grond geschikt te maken voor de landbouw.
Deze sloten, kanalen, dammen en dijken moesten ook onderhouden worden. Dit was
alleen mogelijk als er werd samengewerkt tussen de boeren.
Wat er namelijk in het gebied van de ene boer gebeurde heeft
invloed op de omgelegen gebieden, hiervoor werden de waterschappen
opgericht, zij namen de beslissingen en hielden toezicht over het waterbeheer.
De graven van Holland waren de 'eigenaar' van de grond, wel hadden ze van hun
onderdanen hulp nodig voor het onderhouden en het ontginnen van de grond. Ze
gaven aan hen vrijheidsrechten zoals eigendomsrechten op de grond, en
kregen ze politieke rechten zoals inspraak bij het waterbeheer. De
dijkgraaf werd voorzitter van het bestuur, wat voor de rest bestond uit
inwoners, de heemraden.
Om al het water goed te beheren is er veel overleg nodig om iedereen gelukkig te houden. Dit is kenmerkend voor de Nederlandse democratie en noemen we hierom ook het poldermodel, mensen die veel vergaderen met inspraak om het eens te worden met elkaar.
Rechten van steden en staten
Er ontstonden veel steden met stadsrechten, zoals het recht om zichzelf te besturen, zelf recht te spreken, belasting te innen en zichzelf te verdedigen met stadsmuren en een eigen stedelijke militie. Dit werd vastgelegd in een keur, in een keur staan alle rechten die worden ondertekend door de landsheer in een document opgesteld, waardoor er geen onenigheid kan ontstaan.

Veel steden werden bestuurd door patriciërs, leden van rijke en vooraanstaande families. Om in een stad rechten te hebben betaalde de steden geld in ruil voor stadsrechten. Hierdoor groeide de inkomsten van de vorsten waardoor zij meer staten konden vormen. Om deze staten te vormen begonnen ze met het opzetten beroepslegers om de steden te veroveren. Om deze mensen zoals militairen, ambtenaren, rechters en bijvoorbeeld wapens te betalen hadden de vorsten meer geld nodig. Hiervoor lieten ze hogere belastingen heffen bij de burgers wat soms met geweld gebeurde. In de staten zaten vertegenwoordigers van steden, de adel en geestelijken die in een gewest of provincie zaten.
Liever kijken dan lezen? Zie hier rechts de uitleg video van MeneerdeWee, om het extra onder de knie te krijgen!
Begrippen:
Waterschappen: deel van de overheid dat het water in een gebeid beheert.
Vrijheid rechten: recht waardoor mensen een bepaalde vrijheid hebben
Politieke rechten: het recht op deelname aan de politieke besluitvorming.
Inspraak: zeggenschap, je mening mogen geven als er een besluit word genomen.
Dijkgraaf: voorzitter van een waterschap.
Heemraden: lid van het bestuur van een waterschap.
Poldermodel: overleg gericht op overeenstemming.
Keur: een document dat door de landsheer word ondertekend waar afspraken op staan.
Patriciërs: lid van een vooraanstaande familie.